Een hoogtekamer in Thialf brengt TeamNL Shorttrack naar de top
23 januari
De Nederlandse shorttrackploeg staat internationaal steeds meer op de kaart. Afgelopen jaar nog won onder andere zowel de heren- als de damesploeg de WK-titel op het onderdeel relay (aflossing). De shorttrackselectie is altijd alert op manieren om nog beter te presteren en proberen daartoe andere trainingsmethoden uit. Een voorbeeld is de zogenaamde hoogtekamer, die in 2019 in Thialf is gebouwd. Hoe is deze trainingsvorm ontstaan en wat levert het trainen in de hoogtekamer op?
Steeds opnieuw sprinten
Bjorn de Laat is embedded scientist bij de KNSB en als zodanig vanaf het eerste uur betrokken bij het hoogtekamer-project. In de zomer van 2018 stapt Jeroen Otter, bondscoach van het Nederlandse shorttrack-team, op hem af. 'Hij was op een wetenschappelijk artikel gestuit waarin stond dat je bij herhaalde sprints beter presteert als je op hoogte traint. Deze publicatie ging over fietsen, maar het principe bij relay in het shorttrack is hetzelfde. Immers, daarbij moet iedere shorttracker steeds opnieuw weer de sprint aantrekken. Bij de vrouwen vier of vijf keer, bij de mannen zelfs zeven of acht keer – met rust tussendoor als de andere drie teamleden hun rondjes rijden. Zeker tijdens de laatste rondjes eist de vermoeidheid vaak zijn tol.’
'Jeroen Otter was op een wetenschappelijk artikel gestuit waarin stond dat je bij herhaalde sprints beter presteert als je op hoogte traint.'
Bjorn de Laat, Embedded Scientist van het Nederlands shorttrack-team
Meteen enthousiast over het idee om hier iets mee te doen, zoekt De Laat contact met Topsport Topics. Die organisatie, waar het NOC*NSF ook bij betrokken is, voorziet de sportpraktijk van nieuwe wetenschappelijke informatie en beantwoordt vragen uit de nationale topsportprogramma’s op basis van de wetenschap. ‘Drie keer per jaar komt Topsport Topics bij ons langs om o.a. voor ons relevante artikelen te presenteren. Wij hebben hen gevraagd of zij iets in het artikel van Otter zagen. Ook vroegen we hen om in andere bronnen te checken of herhaalde sprints beter uitgevoerd worden in de hoogte. Op beide vragen kregen we een bevestigend antwoord.’
Ook legt de KNSB contact met het NOC*NSF, Innovatielab Thialf en Topsport NOORD om een hoogtekamer te realiseren in Thialf. ‘We dachten direct: als dit inderdaad werkt, hebben we goud in handen. Het creëren van een hoogtekamer in Thialf stond daarom bovenaan ons wensenlijstje. De wetenschappelijke ondersteuning hadden we al. Dankzij budget dat vanuit het NOC*NSF vrijkwam, kregen we ook met Topsport NOORD de beschikking over de financiële middelen om het idee te realiseren. Topsport NOORD wilde de kamer bovendien onderhouden, net zoals het krachthonk in Thialf.’ Een mooie verrijking van de test- en meetomgeving van Thialf, die met de komst van Innovatielab Thialf al steeds verder uitbreidt.
Loodzware training
Zo gezegd, zo gedaan. Voortaan hoeven de shorttrackers dus niet te wachten tot hun zomerperiode in Font Romeu (Frankrijk) of naar Papendal af te reizen om op hoogte te trainen, maar kunnen ze daarvoor eenvoudigweg de ruimte in Thialf binnenstappen. Iets waar de sporters gretig gebruik van maken. ‘De hoogtekamer is vijftien m². Een buis die door de muur steekt, voert zuurstof af en koolstofdioxide aan. Het zuurstofgehalte is hierdoor vanzelfsprekend lager, vergelijkbaar met de beschikbare hoeveelheid zuurstof op drieduizend meter hoogte.’
Om echt het verschil te maken wordt er loodzwaar getraind in de hoogtekamer en liggen de sporters naderhand een tijdje na te hijgen op de grond buiten de hoogtekamer waar het zuurstofgehalte weer normaal is. ‘Destijds stonden er vier wattbikes, luxe spinningfietsen, in de hoogtekamer. Hun training bestond uit drie setjes van vijf keer tien seconden sprinten, met twintig seconden rust tussendoor. Vanwege het gebrek aan zuurstof was de tank bij de meesten al leeg na drie keer sprinten. En dan moet je nog twaalf keer… Trainen in de hoogtekamer ging bij de shorttrackers dan ook meestal gepaard met de nodige tegenzin.’