Op jacht naar het ultieme trainingsprogramma: een succesvolle samenwerking tussen wetenschap en de schaatspraktijk

28 januari

Pieken op het juiste moment wil natuurlijk iedere sporter. Maar hoe zorg je ervoor dat dit lukt? Schaatscoach Jac Orie en datawetenschapper Arno Knobbe zochten de samenwerking op voor een maximaal resultaat voor de schaatsers van Team Jumbo-Visma. ‘We hebben zelfs antwoorden op niet-gestelde vragen gekregen.’

Jac Orie is bewegingswetenschapper en ruim twintig jaar (succesvol) schaatscoach, en op dit moment coach van Team Jumbo-Visma. Hij staat bekend als man van de cijfers, die hij in zijn rol als coach veelvuldig analyseert en inzet. Zo’n zeven jaar geleden stapte Orie op Arno Knobbe, werkzaam bij de Universiteit Leiden, af. ‘Hij toonde mij een indrukwekkende verzameling data over zijn schaatsers. Die bevatte allerlei informatie over de trainingen en de resultaten van elke schaatser’, blikt Knobbe terug. ‘In zijn honger naar meer inzichten legde hij de vraag neer wat er nog meer uit deze data te halen viel.’

Nieuwe inzichten dankzij de computer

Knobbe ging aan de slag. Eerst deed hij dat zelf, daarna betrok hij zijn onderzoeksteam, onderdeel van het Sport Data Center. Het SDC is een samenwerkingsverband tussen een aantal universiteiten die elkaar gevonden hebben op het snijvlak van Data Science en Sports Science. ‘Orie was al in staat om verbanden te leggen tussen testwaarden en wedstrijduitslagen. Om daar eventueel iets aan toe te voegen, hanteerden we andere dan de klassieke onderzoeksmethoden. We lieten de computer zoeken naar alle mogelijke verbanden tussen cijfers in de uitgebreide databank. Ook factoren als het trainingstijdstip, het soort training en de intensiteit ervan namen we mee’, licht Knobbe toe. ‘Een coach heeft vaak vooral een beeld van hoe een sporter zich in de afgelopen maanden heeft gevoeld en hoe deze heeft gepresteerd. Een computer daarentegen kijkt systematisch over een lange periode naar de effecten van bepaalde trainingsprikkels op de tijden van schaatsers.’

Voor individuele schaatsers in de Jumbo-Visma-ploeg leverde dit verrassende inzichten op. ‘Zo ontdekten we dat voor topschaatser Kjeld Nuis (die inmiddels bij een ander team schaatst, red.) een te zware belasting in de ochtend in de laatste vijf dagen voor een wedstrijd een negatief effect op zijn uitslagen had’, blikt Knobbe terug. ‘Zo’n uitkomst had ik nooit zelf bedacht’, voegt Orie toe. ‘Een dergelijk hypothesevormend inzicht is elke keer verrassend en spannend om terug te krijgen. Als trainer en mens bouwde ik kennis over een schaatser als Nuis op, maar het risico daarbij is het verliezen van de objectiviteit. Daarom maak ik al lang gebruik van modellen en zijn deze nieuwe methodieken een waardevolle aanvulling.’

"Zo ontdekten we dat voor topschaatser Kjeld Nuis (die inmiddels bij een ander team schaatst, red.) een te zware belasting in de ochtend in de laatste vijf dagen voor een wedstrijd een negatief effect op zijn uitslagen had"

Arno Knobbe, Datawetenschapper Universiteit Leiden

Met de vondst in 2018 past Orie het trainingsprogramma van Nuis in aanloop naar de Olympische Spelen aan. Of dit de doorslag heeft gegeven, is nooit te bewijzen, maar het laat geen twijfel dat de middellange-afstandsschaatser met tweemaal Olympisch goud uitstekend heeft gepresteerd in Gangneung. ‘Orie is de meest analytische coach die ik ken. Uit inspanningsmetingen, bloedwaarden en andere data haalt hij al een schat aan informatie. Bovendien heeft hij met de meeste van zijn atleten al een jarenlange samenwerking en kent hij hen door en door. De inzichten die wij delen, betreffen dus hoogstens de laatste twee procent – de spreekwoordelijke puntjes op de i’, relativeert Knobbe zijn inbreng.

Aan knoppen draaien

Nuis is niet de enige die een ander trainingsprogramma aangereikt kreeg na de bevindingen van Knobbe en zijn team. ‘Over ieder individu leerden we meer. Er zijn zoveel potentiële knoppen om aan te draaien. Denk aan het soort trainingen, zoals duur of sprint en ochtend of middag, het aantal trainingsuren, of de training een effect op de korte of de lange termijn heeft, hoe vaak de sporter traint, of hoeveel rust die neemt. Uiteraard was het altijd aan Orie om al dan niet zijn trainingen op onze bevindingen aan te passen. Dat deed hij bijvoorbeeld met de inmiddels gestopte Diane van ValkenburgEen duurtraining op de fiets van meer dan drie uur had bijvoorbeeld voor haar een positief effect, terwijl een kortere duurtraining te weinig prikkel opleverde’, analyseert Knobbe.

 

"Een duurtraining op de fiets van meer dan drie uur had bijvoorbeeld voor haar een positief effect, terwijl een kortere duurtraining te weinig prikkel opleverde"

Arno Knobbe, Datawetenschapper Universiteit Leiden

‘Het is zeker niet zo dat ik alles klakkeloos aannam wat ik aangereikt kreeg vanuit het SDC’, vult Orie aan. ‘Soms zijn aanpassingen te risicovol om plotsklaps te implementeren. Daarvoor moeten we het eerst grondig testen, het liefst tijdens wedstrijden. De dag vóór een Olympische finale is bijvoorbeeld geen geschikt moment. Maar als het even kan, pas ik de verkregen inzichten zo snel mogelijk toe.’

Naast het feit dat de interpretaties van de computer Orie inspireren om trainingen op een andere wijze in te richten en te distribueren, gebruikt de coach het team van Knobbe ook om ideeën te toetsen. ‘De data die ik verzamel, blijven zich opstapelen. Over de nieuwe gegevens, die we op een andere manier hebben verkregen, heb ik hypotheses gevormd. Die pas ik al toe, maar vind het interessant om door het SDC te laten checken of mijn verbanden correct zijn’, licht Orie toe.

Kleine aanpassingen zijn van invloed

Knobbe en Orie kruipen daarnaast in de pen en publiceren een aantal wetenschappelijke artikelen, zoals een case study over een oud-topschaatser in 2019. ‘Hierin deelden we onze resultaten en conclusie dat kleine aanpassingen in de trainingsintensiteit op het gebied van volume en frequentie van invloed waren op de prestaties van Tuitert’, aldus Knobbe. Dat het schrijven ook in Ories vermogen ligt, past bij zijn ambitie om te promoveren op dit onderwerp. ‘Mijn promotie-onderzoek is vooral een project waar ik ontzettend veel plezier aan beleef. Ik rond het graag eens af, maar het heeft op dit moment niet de hoogste prioriteit.’

Ook in aanloop van de Olympische Spelen in Beijing, in februari 2022, zoeken Orie en Knobbe elkaar regelmatig op. ‘In de eerste jaren van onze samenwerking keken we vooral naar individuele optimalisatie, zoals de ideale taper-periode of de beste timing voor zware trainingen van een schaatser. Waar we nu mee bezig zijn, is een ambitieuze, brede analyse van data over de afgelopen tien jaar, waarbij we een grote groep schaatsers meenemen. In plaats van kijken naar specifiek zwakke en sterke punten van individuele schaatsers, proberen we nu algemene aanknopingspunten te vinden. Daarmee kunnen toekomstige trainingen nog scherper worden, met name voor nieuwe schaatsers van wie nog geen historie opgebouwd is’, benoemt Knobbe. ‘Die gemene delers zijn er zeker’, vervolgt Orie. ‘Bij negentig procent van de mensen heeft duurtraining bijvoorbeeld een effect op de conditie. Dat is een kwestie van algemene fysiologie. De nuance kunnen we vervolgens op individueel niveau aanbrengen.’

Een gouden greep?

"De afgelopen jaren heeft Jumbo-Visma de hoogste scoringspercentages behaald als het gaat om het aantal schaatsers dat wedstrijden rijdt, snelle tijden neerzet en wint. Ik ben ervan overtuigd dat we dat verschil kunnen maken door onze analyses"

Jac Orie, Schaatscoach Team Jumbo-Visma

De samenwerking tussen het Sport Data Center en Team Jumbo-Visma is jaren na de start nog altijd springlevend. ‘Trend is your friend is mijn motto. Het is verleidelijk om mee te gaan in wat anderen denken en doen, maar daarmee onderscheid je je niet. De slimme methodieken waarmee wij werken, hebben soms confronterende uitkomsten. Had ik die zelf niet kunnen verzinnen? Maar bovenal is het enorm waardevol. De afgelopen jaren heeft Jumbo-Visma de hoogste scoringspercentages behaald als het gaat om het aantal schaatsers dat wedstrijden rijdt, snelle tijden neerzet en wint. Ik ben ervan overtuigd dat we dat verschil kunnen maken door onze analyses’, meent Orie.

‘Het blijft altijd een uitdaging om tot nieuwe inzichten te komen en de effecten ervan in de praktijk te toetsen’, weet Knobbe. ‘Op andere factoren als slaap en stress is invloed uitoefenen moeilijker, maar we streven ernaar om in elk geval de trainingseffectiviteit te vergroten. En al is dat wellicht ‘maar’ twee procent; dit kan net het verschil maken tussen een gouden plak en met lege handen staan.’ 

 "En al is dat wellicht ‘maar’ twee procent; dit kan net het verschil maken tussen een gouden plak en met lege handen staan."

Arno Knobbe, Datawetenschapper Universiteit Leiden

 

Meer informatie

 

Voor meer informatie over het Sport Data Center (Twitter: @SDC_datasci) en de samenwerking tussen Team Jumbo-Visma en het SDC kan je contact opnemen met dr. Arno Knobbe via a.j.knobbe@liacs.leidenuniv.nl.

 

Vorige pagina